Zetar
Zetar (1)
afbreking: | Ze·tar | [ ? ] |
[uitspraak: Zeetar] | [ ? ] | |
herkomst: | Hebreeuws (transcriptieversie) | [ ? ] |
een van de zeven hovelingen van koning Ahasveros (Est. 1:10) | [ ? ] |
verwant: | Hebreeuws-Nederlands (gangbare versie): Zetar(2) | [ ? ] |
>
Zetar (2)
afbreking: | Ze·tar | [ ? ] |
herkomst: | Hebreeuws-Nederlands (gangbare versie) | [ ? ] |
een van de zeven hovelingen van koning Ahasveros (Est. 1:10) | [ ? ] |
verwant: | Hebreeuws (transcriptieversie): Zetar | [ ? ] |