Derech Erets Zoeta
afbreking: | De·rech Erets Zoe·ta | [ ? ] |
[uitspraak: Dèrech Èrets] | [ ? ] | |
herkomst: | Hebreeuws-Aramees | [ ? ] |
letterlijk: | 'klein (traktaat over) goed gedrag'; |
een van de zogeheten 'kleine traktaten' uit de Talmoedische periode, met aansporingen tot zelfinzicht en een milde houding tegenover anderen (in Talmoeduitgaven voorafgegaan door Derech Erets Raba en gevolgd door Perek Hasjalom) | [ ? ] |