rabbaniet

afbreking: rab·ba·niet [ ? ]
lidwoord: de  
meervoud: rab·ba·nie·ten  
herkomst: Hebreeuws-Nederlands [ ? ]

 
  1. tegenstander van de karaïeten, die zich ook baseert op de mondelinge, Talmoedische traditie;
  2. vrouw van een rabbijn
[ ? ]

zie ook: karaïeten  
© 2010 - 2024 Alle rechten voorbehouden