Rechabjahu, Rechabja
afbreking: | Re·chab·ja·hu, Re·chab·ja | [ ? ] |
herkomst: | Hebreeuws-Nederlands (gangbare versie) | [ ? ] |
letterlijk: | 'ruimte maakte de Heer'; |
nakomeling van Mozes-1, zoon van Eliëzer-2, Leviet-2; andere naam: Rechabja (1 Kron. 24:21, 24:21, 26:25) | [ ? ] |
verwant: | Hebreeuws (transcriptieversie): Rechavjahoe | [ ? ] |
spelling: | 'Rechabjahu' wordt in de meeste vertalingen 'Rechabja' |