nepschore
afbreking: | nep·scho·re | [ ? ] |
lidwoord: | de | |
herkomst: | Bargoens | [ ? ] |
slechte, onbruikbare waar, die als goede waar aan de man gebracht wordt of die van bedrog of oplichting afkomstig is | [ ? ] |
zie ook: | schore, schoure |
afbreking: | nep·scho·re | [ ? ] |
lidwoord: | de | |
herkomst: | Bargoens | [ ? ] |
slechte, onbruikbare waar, die als goede waar aan de man gebracht wordt of die van bedrog of oplichting afkomstig is | [ ? ] |
zie ook: | schore, schoure |