geiling

afbreking: gei·ling [ ? ]
lidwoord: de  
herkomst: Bargoens [ ? ]

 
  1. deel;
  2. berisping, vervloeking
[ ? ]

verwant: Jiddisj: cheilek;
Hebreeuws: Chelek
[ ? ]
© 2010 - 2024 Alle rechten voorbehouden