tekia

afbreking: te·kia [ ? ]
  [uitspraak: təkia] [ ? ]
lidwoord: de  
meervoud: te·ki·ot
[uitspraak: təkiot]
 
herkomst: Hebreeuws [ ? ]

 
  1. het blazen van de sjofar;
  2. bepaalde sjofartoon
[ ? ]

zie ook: tokea  
© 2010 - 2024 Alle rechten voorbehouden