Toviahoe
afbreking: | To·vi·a·hoe | [ ? ] |
herkomst: | Hebreeuws (transcriptieversie) | [ ? ] |
letterlijk: | 'goed is de Heer'; |
Leviet-2, een van degenen die het volk onderrichten in opdracht van koning Jehosafat-3 van Juda-4 (2 Kron. 17:8) | [ ? ] |
verwant: | Hebreeuws-Nederlands (gangbare versie): Tobiahu, Tobia | [ ? ] |
zie ook: | Tovia |