tenach, tanach

afbreking: te·nach, ta·nach [ ? ]
  [uitspraak: tənach] [ ? ]
meervoud: te·nachs, ta·nachs
[uitspraak: tənachs]
 
herkomst: Hebreeuws [ ? ]

  een exemplaar van de Tenach, Tanach [ ? ]

spelling: 'tenach, tanach' is een taalvariant (zie help 7.1.5)  
© 2010 - 2024 Alle rechten voorbehouden