Churam

afbreking: Chu·ram [ ? ]
herkomst: Hebreeuws-Nederlands (gangbare versie) [ ? ]
letterlijk: 'mijn broer is verheven';  

 
  1. afstammeling van Benjamin-1, zoon van Bela (1 Kron. 8:5);
  2. koning van Tyrus, met wie Salomo-1 handel drijft; andere namen: Chiram(2)-1, Chirom(2)-1 (8x: 1 Kron. 14:1, 2 Kron. 2:2 +);
  3. ambachtsman uit Tyrus; maakt brons- en koperwerk voor de tempel; andere namen: Chiram(2)-2, Chirom(2)-2, Churam-Abi (2 Kron. 4:11)
[ ? ]

verwant: Hebreeuws (transcriptieversie): Choeram [ ? ]
© 2010 - 2024 Alle rechten voorbehouden