chazan

afbreking: cha·zan [ ? ]
lidwoord: de  
meervoud: cha·za·niem, cha·zans  
herkomst: Hebreeuws [ ? ]

  voorzanger in de synagoge, die de dienst leidt [ ? ]

verwant: Jiddisj: chazzen [ ? ]
spelling: spelling elders: gazzan; Groene Boekje 2005: chazonim  
zie ook: sjeliach tsiboer  
© 2010 - 2024 Alle rechten voorbehouden