Chilkiahoe

afbreking: Chil·ki·a·hoe [ ? ]
herkomst: Hebreeuws (transcriptieversie) [ ? ]
letterlijk: 'mijn deel is de Heer';  

 
  1. vader van Eljakim-1; andere naam: Chilkia-1 (5x: 2 Kon. 18:18, Jes. 22:20 +);
  2. hogepriester in de tijd van koning Josia van Juda-4; andere naam: Chilkia-2 (12x: 2 Kon. 22:4 +, 2 Kron. 34:9 +);
  3. vader van de profeet Jeremia-1 (Jer. 1:1);
  4. afstammeling van Merari, zoon van Chosa, poortwachter (1 Kron. 26:11)
[ ? ]

verwant: Hebreeuws-Nederlands (gangbare versie): Chilkiahu, Chilkia [ ? ]
© 2010 - 2024 Alle rechten voorbehouden