Hor Hahar

afbreking: Hor Ha·har [ ? ]
herkomst: Hebreeuws (transcriptieversie) [ ? ]
letterlijk: 'Hor de berg';  

 
  1. berg aan de grens van Edom-2 (10x: Num. 20:22 +, Deut. 32:50);
  2. onbekende plaats aan de noordgrens van het Bijbelse land Israël-3 (Num. 34:7, 34:8)
[ ? ]

verwant: Hebreeuws-Nederlands (gangbare versie): Hor, de berg [ ? ]
© 2010 - 2024 Alle rechten voorbehouden