hofal, hoefal

afbreking: ho·fal, hoe·fal [ ? ]
  [uitspraak: hòfal] [ ? ]
lidwoord: de  
meervoud: ho·fals, hoe·fals
[uitspraak: hòfals]
 
herkomst: Hebreeuws [ ? ]

  bepaalde stamvorm van werkwoorden (grammaticale term) [ ? ]

spelling: 'hofal, hoefal' is een taalvariant (zie help 7.1.5)  
© 2010 - 2024 Alle rechten voorbehouden