hitpaël

afbreking: hit·pa·ël [ ? ]
  [uitspraak: hietpaëel] [ ? ]
lidwoord: de  
meervoud: hit·pa·ëls
[uitspraak: hietpaëels]
 
herkomst: Hebreeuws [ ? ]

  bepaalde stamvorm van werkwoorden (grammaticale term) [ ? ]
© 2010 - 2024 Alle rechten voorbehouden