hakafa

afbreking: ha·ka·fa [ ? ]
lidwoord: de  
meervoud: ha·ka·fot  
herkomst: Hebreeuws [ ? ]

 
  1. ommegang in de synagoge, bijv. met Torarollen op het feest van Simchat Tora of met loelavs op Soekot(2);
  2. ommegang op begraafplaats
[ ? ]

verwant: Jiddisj: hakofe [ ? ]
© 2010 - 2024 Alle rechten voorbehouden