parnas

afbreking: par·nas [ ? ]
lidwoord: de  
meervoud: par·na·siem  
herkomst: Hebreeuws-Nederlands [ ? ]

  bestuurder van een joodse gemeente [ ? ]

verwant: Sefardisch Hebreeuws: parnaas;
Jiddisj: parnes
[ ? ]
© 2010 - 2024 Alle rechten voorbehouden