poorsen, poorsjen

afbreking: poor·sen, poor·sjen [ ? ]
vervoeging: poor·ste, ge·poorst, poorsj·te, ge·poorsjt  
herkomst: Jiddisj [ ? ]

  verwijderen van aderen en andere niet-geoorloofde delen uit vlees van een ritueel geslacht dier [ ? ]

spelling: 'poorsen, poorsjen' is een taalvariant (zie help 7.1.5)  
© 2010 - 2024 Alle rechten voorbehouden