Baäl Zevoev
afbreking: | Ba·äl Ze·voev | [ ? ] |
[uitspraak: Zəvoev] | [ ? ] | |
herkomst: | Hebreeuws (transcriptieversie) | [ ? ] |
letterlijk: | 'heer van de vliegen'; |
god van Ekron, die door koning Achazja-1 van Israël-4 wordt geraadpleegd (4x: 2 Kon. 1:2, 1:3, 1:6, 1:16); latere Griekse naam: Beëlzebul (7x in NT; volgens vertalingen daarvan gaat het om 'de vorst van de demonen' of 'de overste van de boze geesten'), latere Latijnse naam: Beëlzebub | [ ? ] |
verwant: | Hebreeuws-Nederlands (gangbare versie): Baäl-Zebub; Hebreeuws-Nederlands: Beëlzebub |
[ ? ] |