Esau

afbreking: Esau [ ? ]
herkomst: Hebreeuws-Nederlands (gangbare versie) [ ? ]

 
  1. oudste zoon van Isaak-1 en Rebekka-1, tweelingbroer van Jakob-1, die hem het eerstgeboorterecht ontneemt; bijnaam: Edom(2)-1 (o.a. Gen. 25:25; nr. 1-2: 96x, zie nr. 2);
  2. naar hem genoemd volk en gebied van dit volk, het gebergte van Seïr-2; andere naam: Edom(2)-2 (o.a. Jer. 49:8; nr. 1-2: 96x: Gen. 25:25 +, Deut. 2:4 +, Joz. 24:4, Jer. 49:8 +, Ob. 6 +, Mal. 1:2 +, 1 Kron. 1:34 +; ook 3x in NT);
  3. mannelijke voornaam
[ ? ]

verwant: Hebreeuws (transcriptieversie): Esav [ ? ]
© 2010 - 2024 Alle rechten voorbehouden