kasjeren

afbreking: ka·sje·ren [ ? ]
  [uitspraak: kàsjərən] [ ? ]
vervoeging: ka·sjer·de, ge·ka·sjerd
[uitspraak: kàsjerde, gekàsjerd]
 
herkomst: Jiddisj [ ? ]

  koosjer maken, ritueel geoorloofd maken [ ? ]
© 2010 - 2024 Alle rechten voorbehouden