Amida
afbreking: | Ami·da | [ ? ] |
lidwoord: | de/het | |
herkomst: | Hebreeuws | [ ? ] |
letterlijk: | 'het staan'; |
dagelijks hoofdgebed, dat driemaal per dag staande wordt gezegd en dat oorspronkelijk uit achttien zegenspreuken heeft bestaan; andere benamingen: Sjemonee Esree (Achttiengebed), Tefila | [ ? ] |