Avihoe

afbreking: Avi·hoe [ ? ]
herkomst: Hebreeuws (transcriptieversie) [ ? ]
letterlijk: '(mijn) vader is hij';  

  tweede zoon van Aäron-1, priester (12x: Ex. 6:23 +, Lev. 10:1, Num. 3:2 +, 1 Kron. 5:29 +) [ ? ]

verwant: Hebreeuws-Nederlands (gangbare versie): Abihu [ ? ]
© 2010 - 2024 Alle rechten voorbehouden