meloochem

afbreking: me·loo·chem [ ? ]
lidwoord: de  
meervoud: me·loo·chems  
herkomst: Bargoens [ ? ]

 
  1. werk;
  2. instrument
[ ? ]

verwant: Hebreeuws: melacha;
Jiddisj: melooche
[ ? ]
© 2010 - 2024 Alle rechten voorbehouden