mageen Davied

afbreking: ma·geen Da·vied [ ? ]
  [uitspraak: mağeen] [ ? ]
lidwoord: de  
herkomst: Hebreeuws [ ? ]
letterlijk: 'schild van Davied/David';  

  davidster (Joods embleem) [ ? ]

verwant: Jiddisj: mogen Dovid [ ? ]
© 2010 - 2024 Alle rechten voorbehouden