Miesjebeirech
afbreking: | Mie·sje·bei·rech | [ ? ] |
[uitspraak: Miesjəbeirəch] | [ ? ] | |
lidwoord: | de | |
meervoud: | Mie·sje·bei·rechs [uitspraak: Miesjəbeirəchs] |
|
herkomst: | Jiddisj | [ ? ] |
beginwoord, tevens naam van een gebed waarin wordt gevraagd om zegen voor de gemeenschap of een individu, en dat o.a. wordt gezegd in de ochtenddienst van sjabbat en feestdagen, na de Toralezing (gemeenschap) of wanneer iemand opgeroepen wordt voor het lezen van de Tora (individu) | [ ? ] |
verwant: | Hebreeuws, Sefardisch Hebreeuws: Mi Sjeberach(2) | [ ? ] |