misjloach manot

afbreking: misj·lo·ach ma·not [ ? ]
lidwoord: de  
herkomst: Hebreeuws [ ? ]
letterlijk: 'het zenden van porties' (Est. 9:19,22);  

  geschenken (lekkernijen) die men elkaar stuurt op Poeriem [ ? ]

verwant: Jiddisj: sjlachmones [ ? ]
© 2010 - 2024 Alle rechten voorbehouden