seideren

afbreking: sei·de·ren [ ? ]
vervoeging: sei·der·de, ge·sei·derd  
herkomst: Jiddisj-Nederlands [ ? ]

 
  1. aan de seidermaaltijd deelnemen;
  2. de seidermaaltijd geven
[ ? ]
© 2010 - 2024 Alle rechten voorbehouden