Simiet

afbreking: Si·miet [ ? ]
lidwoord: de  
meervoud: Si·mie·ten  
herkomst: Hebreeuws-Nederlands (gangbare versie) [ ? ]
letterlijk: afeiding van 'Sjimi/Simi';  

  afstammeling van Simi-1 (Num. 3:21, Zach. 12:13) [ ? ]

verwant: Hebreeuws (transcriptieversie): Sjimiet [ ? ]
© 2010 - 2024 Alle rechten voorbehouden