Sjelach, Sjelach Lecha

afbreking: Sje·lach, Sje·lach Le·cha [ ? ]
  [uitspraak: Sjəlach Ləcha] [ ? ]
herkomst: Hebreeuws [ ? ]
letterlijk: 'zend';  

  woord(en) uit het begin, tevens naam van de perikoop Bemidbar 13:1-15:41 [ ? ]

spelling: 'Sjelach, Sjelach Lecha' is een taalvariant (zie help 7.1.5)  
© 2010 - 2024 Alle rechten voorbehouden