sjekel chadasj

afbreking: sje·kel cha·dasj [ ? ]
  [uitspraak: sjèkel] [ ? ]
lidwoord: de  
meervoud: sje·ka·liem cha·da·sjiem
[uitspraak: sjəkaliem]
 
herkomst: Hebreeuws [ ? ]
letterlijk: 'nieuwe sjekel';  

  munteenheid en muntstuk van de staat Israël vanaf 1985; bekorting: sjekel [ ? ]
© 2010 - 2024 Alle rechten voorbehouden