Simson
afbreking: | Sim·son | [ ? ] |
herkomst: | Hebreeuws-Nederlands (gangbare versie) | [ ? ] |
letterlijk: | verband met 'zon'; |
afstammeling van Dan-1, een van de rechters (leiders) in Israël-3; heeft geweldige kracht, strijdt geheel alleen tegen de Filistijnen (38x: Recht. 13:24 +) | [ ? ] |
verwant: | Hebreeuws (transcriptieversie): Sjimsjon | [ ? ] |
spelling: | spelling elders: Samson |