jehoedi

afbreking: je·hoe·di [ ? ]
  [uitspraak: jəhoedi] [ ? ]
lidwoord: de  
meervoud: je·hoe·diem
[uitspraak: jəhoediem]
 
herkomst: Hebreeuws [ ? ]

  jood [ ? ]

verwant: Jiddisj: jehoede [ ? ]
zie ook: Jehoedeeër, Jehoedese, Jehoediet  
© 2010 - 2024 Alle rechten voorbehouden